Hans en de wereld

Name:
Location: Leuven, Belgium

Saturday, November 25, 2006

Hold me. Thrill me. Kiss me. Kill me.


Deze ochtend was het mijn laatste werkdag waarna ik zou kunnen genieten van een welverdiende vakantie van 2 weken. Ik bracht deze werkdag door, met gazet en reisgids, in een afgelegen onderdeel van de instelling waar ik werkzaam was, hierbij rustig gezeten en gevrijwaard van mensen.
Bij mijn terugkeer in het 'hoofdkantoor' stootte ik op 'den Rudy'. 'den Rudy' werd teruggeroepen uit de woestijn daar hij zoveel overuren en verlof op zijn conto had dat hij eigenlijk niet meer diende te komen werken dit jaar. Door personeelsproblemen allerhande echter werd 'den Rudy' nog eens van stal gehaald.
De vorige keer dat ik hem zag, na de befaamde en hier besproken Kinderhoogdag, verdwenen wij na onze dienst op café. Een collega die ons zag vertrekken riepen wij toe : 'Wij gaan Westvleteren drinken. Als ge geluk hebt komen we terug en zingen we een liedje'.
Helaas was er geen Westvleteren en diende ik mij te beperken tot het (vrouwenbier) Orval. Dat hield 'den Rudy' echter niet tegen en hij stond er op toch nog terug te keren en een liedje te zingen. Ik weigerde als vanzelfsprekend mee te doen en heb dus maar wat gekeken.
In ieder geval, deze kleine anekdote om de verhouding tussen mij en 'den Rudy' te kenschetsen.
Vandaag kreeg hij mij dus in het vizier en, om een lang verhaal kort te maken, het kwam er op neer dat ik om 12u32, 2 minuten na onze diensttijd, met 'den Rudy' op café zat.
Nu wil de gewoonte natuurlijk dat wij 'trakteren', 'terug trakteren', 'weer terug trakteren' en 'nog eens terug trakteren'. Wat maakt dat ik tegen 13u00 de klokken hoorde luiden, besefte dat ik nog een dringende afspraak had bij coiffeur Johan, en in 10 minuten het station diende te bereiken. Geen sinecure met 3 Leffes en 1 cola achter de kiezen.
Ik richtte mij op de deur, wierp mij er met mijn vol gewicht op en ademde zo weer frisse buitenlucht in. 'den Rudy' bleef nog wat achter, hij stond eigenlijk nog op tafel een liedje te zingen, en ik waggelde genoegzaam verder richting trein.
Deze wist ik nog nipt te halen, mits een eindspurtje, en niet zonder enige moeite beklom ik de 3 treden, worstelde met de elektronisch schuivende treindeur, babbelde met een wildvreemde ziel wiens gezicht ik mij absoluut niet meer kan herinneren, om ten slotte languit in slaap te vallen.
***
Als door een goddelijke interventie werd ik wakker, nuchter zelfs, bij het binnenrijden van het station van Genk. Zoals steeds wemelt het daar van de ongure pubers die je aankijken met hun uitpuilende ogen. 'Hebben jullie niets beters te doen', zo dacht ik bij mezelf.
Iets verder werd ik opgewacht door mijn moeder. Zij begaf zich doorheen de vréselijke wegenstructuur van Genk, met de dodelijk gevaarlijke tweebaansrondepunten. Dit ononderbroken tetterend maar door mijn recent verlossing uit de gezegende toestand hoorde ik eigenlijk niets hiervan.
Vijf minuten later remde ze bruusk voor de vitrine van coiffeur Johan, wiens succesvolle kapperszaak gelegen is langs een vrij grote invalsweg. Samen keken we naar binnen en zagen volk op de kappersstoel van coiffeur Johan alsook volk op de bank, wachtend op een knipbeurt. Precies een succesvolle dag voor coiffeur Johan, zo leek mij!
Ik werd gelost en duwde de deur naar binnen open. Blijkbaar hadden mijn ogen mij een weinig bedrogen want niet alleen was 1 van de 2 kappersstoelen leeg, het was coiffeur Johan himself die op de bank zijn gazet aan het lezen was. Ik werd een beetje triest van het feit dat coiffeur Johan toch niet zoveel succes had als ik hem toewenste maar anderzijds verheugde het mij dat de sessie toch niet zeer lang zou duren, en aangezien ik zoveel betere dingen te doen heb...
***
Het mij neervlijen in de kappersstoel was een wat dubbelzinnige ervaring. Niet alleen was er de klant naast mij, die zich vlijtig en dubbelzinnig liet bedienen door een knappe stoot (Sara, zo zou ik later leren). Ik hoorde Sara nog net zeggen : 'mijne jong is van Maasmechelen'.
Nu weet ik niet, beste lezer, of u Maasmechelen kent maar dat is hoedanook een verhaal apart - mensen van Maasmechelen. Maasmechelen kent trouwens een boom dankzij het megalomane (uit verhalen lijk ik dit te kunnen opmaken) 'Maasmechelen village' waar u nu voordelig kan kerstshoppen. Maar dus, los daarvan, is volk van Maasmechelen héél speciaal. Zelfs de pukkelige pubertjes die rondwaren bij het toch wel redelijk beruchte Genk-station verbleken en moeten dringend naar de wc bij het horen van 'Maasmechelen'. Ja, best ruig volk is dat daar.
Maar dus, nu komt de dubbelzinnigheid mijner gevoelens vollédig aan de oppervlakte : ik zette mij achteloos maar een beetje verward in de stoel van coiffeur Johan toen ik ... terugveerde!
Ik keerde mij om, keek coiffeur Johan recht in het gezicht en zei : 'Ge hebt nieuwe stoelen!'.
Waarop een trotse coiffeur mij toestraalde en inderdaad bevestigde dat de stoelen nog maar zeer erg recent waren.
Eens deze opwinding gepasseerd was kreeg ik van Sara, haar vleierijen met de klant naast mij werden nogal ruwweg onderbroken, een wit kraagje en een lange deken rond en over mij. Ze spoot mij vol met water en begon sporadisch al wat te knippen. Even later nam coiffeur Johan het over ('kort graag, coiffeur Johan', zei ik) en dit was precies op tijd! Want nauwelijks had hij mijn eerste lok ter ziele doen gaan of een nieuwe gast arriveerde.
'Ah dat is den Willy. Die is ook van Maasmechelen', zei coiffeur Johan tegen Sara toen den Willy nog maar kwam aanwandelen.
En inderdaad : even later rinkelde de bel van coiffeur Johan, kwam den Willy binnen en zei coiffeur Johan tegen den Willy : 'ah, den Willy'.
Den Willy was zichtbaar vol genoegen want hij vroeg, grappend en grollend : 'ben ik hier bij een coiffeur?'. Hierop boog coiffeur Johan zich over mij heen, naar zijn vitrine kijkend in een poging het opschrift, in spiegelschrift!, te ontwarren.
'C.. O.. I.. F.. F.. E.. U.. R.. Johan', zei ie tenslotte. 'Ge zit just'.
Waarna den Willy plaatsnam op de bank, Sara naar de keuken werd gestuurd en den Willy 5 minuten lang genegeerd werd.
Sara kwam 5 minuten later terug, zette haar niet onvlezige poep (met al die spiegels kan je dat zien) ergens op neer, bleef zitten, en ging terug naar de keuken, den Willy verder aan zijn lot overlatend.
Weer 2 minuten verder kwam Sara terug en toen, alsof hij plotsklaps den Willy weer opmerkte, zei coiffeur Johan : 'ah, den Willy. Moeten uw haren gewassen worden?'.
'Neen', zei den Willy, 'ik heb ze zonet gewassen'.
Waarop de buikige Willy met boxershort en rond-zijn-buik-zwemmend onderlijfje mij als een visioen voor het netvlies opdook. Gelukkig verdreef ik dit beeld met dat van mij gazelle in haar satijnen, wulps en minimalistisch ontworpen nachtkleedje, iets wat mij beter beviel en daardoor gedurende langere tijd mijn netvlies teisterde.

Uiteindelijk bekommerde Sara zich over den Willy. Waarbij coiffeur Johan de rol van moderator op zich nam want via de Brico kwam het onderwerp al snel op coiffeurs in Maasmechelen. Waarna het gesprek ietwat doodbloedde, ik mij van mijn afgeknipte lokken scheidde, twaalf euro betaalde maar een snoepje kreeg, mijn jas aandeed en naar huis wandelen.
Ja, die band met Genk... Je raakt er niet zo snel van af.

Wednesday, November 15, 2006

Toilet Gate

Ongeveer een week geleden zat ik rustig op mijn stoel ambtenaar te wezen toen er plots, het zal 15u50 geweest zijn, twee opgeschoten pubers voor mijn neus verschenen.
'Mijnheer, er zitten er 2 samen in een kotteke bij de mannen-wc's te vozen', zo kwamen ze mij plots uit mijn concentratie verstoren.
'Excuseer?', zei ik, en nadat ze nog eens duidelijk gemaakt hadden wat er aan de hand was volgde ik hun sloffend en met enige tegenzin naar de wc in kwestie.
Voor de deur aangekomen hield ik even halt en inderdaad : er klonk geritsel en gefluister vanuit een van de kotjes.
Ik klopte op de deur.
Algemene stilte.
Ik klopte nog eens, probeerde een grom in mijn stem te leggen en zei : 'Wil je de deur opendoen aub'.
Algemene stilte.
'Wil je de deur opendoen. Ik denk dat jullie hier met 2 (of meer, maar dat zei ik niet) inzitten.'
Weer stilte toen plots een jongensstem zei : 'Is dat een probleem?'.
'Dat hangt ervan af. Als jullie met 2 jongens zijn niet zozeer. Als er een meisje bij je zit al iets meer, het zijn hier namelijk mannen-wc's'.
Dit laatste had ik er toch maar voor de duidelijkheid aan toegevoegd.
Het duurde even voor mijn gesprekspartner vatte wat ik aan het zeggen was alvorens hij riposteerde met : 'Ik ben wel gene homo hé'.
Een impliciete schuldbekentenis!
Niet veel later ging de deur dan open en daar kwamen jongen en meisje uit. In de poging een uitleg te verzinnen beweerde hij een rustige plaats te zoeken om haar te kussen.
Ik vroeg mij af wat een kennis van mij, zichzelf de 'laatste romantische persoon op deze onromantische wereld', noemend hiervan zou denken : een rustige plaats om te kussen vinden in de stinkende mannen-wc's van een openbaar gebouw. Ik moest het antwoord schuldig blijven.
Eens binnen aan het kussen stond er dan, dixit het hoofdpersonnage van dit verhaal, opeens een 'oude vent' kwaad te bonken omdat hij ook op wc wilde gaan. Hij durfde dan niet meer naar buiten - 'want dat zou afgang zijn'.
Het laatste woord hierop was aan het meisje dat in stilte bij ons liep.
'En dit niet dan?', snauwde ze hem zachtjes toe.

Wednesday, November 08, 2006

I am ... walking


Aan het meer was er weer wat volk te bespeuren, GR-volk, dat we zeggen.
Ongelooflijk hoe veranderd de sociale interactie is eens mensen stilstaan. Af en toe kwamen we wandelaars, al wandelend, tegen en steeds werden er 'bonjours' of 'goedendags' (niet de wapens) uitgewisseld. Eens er stilstaand volk door ons gekruist werd viel op hoe hun ogen trachten ons te ontwijken. Een diepgewortelde angst of een hautain negationisme? Me not know...
In ieder geval stapten we nog even verder op de GR, maar verlieten deze vrij snel. Na een stukje kleine, gewone, maar verlaten, weg was het de bedoeling weer een stippellijn te volgen. Daartoe boden zich 3 kansen aan, aan onze linkerzijde na het oversteken van een riviertje.
Riviertje vlot overgestoken maar wat zagen we links : een steile helling. Beklimbaar op handen en voeten, dat wel, maar niet meteen wat je 'een weg' zou noemen. Trouwens, van een ooit gebaand pad was er niets te zien.

We stapten verder, sloegen blijkbaar 2 'wegen' over zonder ze ooit gezien te hebben, toen we, redelijk klimmend, iets zagen wat voor een pad kon doorgaan.
'Daar gaan we op', riep ik, en begon monkeystijlgewijs aan de tocht naar boven. Vergezeld van het gelach van iemand die de slappe lach kreeg.
'Ge moet u bezigzien', riep ze.
'Pfuh', dacht ik, en verder ging het tot ik redelijk boven stond, waar het duidelijk werd dat een smal pad doorheen afgeleefde varens verder het bos in leidde.
De gazelle diende mij weer te volgen, en haar gepuf en gezucht en geglij werd dan ook op foto vereeuwigd.
Eens boven volgde er een schitterende wandeling, afwisselend licht en fel bergop. Doorheen de ranke varens, langs een riviertje, en dan naar boven. Uiteindelijk belandden we op het hoogste punt in een héérlijk zonlicht, met een schitterend weids zicht op wat wij achter ons hadden gelaten.
De rest van de weg leidde ons doorheen een koud aandoend bos, ook totaal mensenloos. Er hing een sinistere sfeer, tot we, na een hele afdaling, op een wei stootten met uitzicht over een vallei waarachter Theux lag.
Niet veel later bereikten we de grote weg en volgden deze tot Theux waar we de trein terugnamen naar Spa.
---
Die avond, het oog wil ook wat, was het natuurlijk ook nog 'Borat-time' waarbij ik mij in een diep uitgesneden zwembroekje hulde. Jammer dat mijn bikiniline niet helemaal perfect gecoiffeerd was.
In de thermen van Spa kan je verschillende tarieven kiezen. Verwenkuren, sauna's en gewoon de baden. We opteerden voor die laatste. Na de vreselijk vuile kleedkamers overleefd te hebben doken we in het héérlijk warme water van het grootste bad. Verder genoten we van de bubbelbaden, vol vrijende koppeltjes weliswaar - een orgie was nooit veraf, drogen onder infrarood licht en zwemmen in de buitenlucht - het vroor maar het water was best ok.
Al bij al wel een leuk geheel om eens te doen.
Alleen jammer bij het eerder beschamende weggaan. Mijn kastje ging niet open, hulp werd ingeroepen, en in volle blondheid bleek meteen dat ik bezig was het het proberen te openen van een ander kastje...
'Schrijf dat maar in uwe blog', zo lachte gazelle mij uit.
Hierbij...
---
's Avonds was het kooktijd. Terwijl de voornoemde gazelle al enige tijd bezig was daalde ik ook maar af, fles wijn in de hand, richting keuken.
Hierbij was zij eerder, al huppelend richting keuken, gebotst op een of andere groene jongen die ook in het hotelletje verbleef en die net terugkwam van een blijkbaar goed geslaagde paddestoelenoogst doorheen de bossen.
Fris gewassen en netjes gesneden lagen ze daar, langs de officieel gecertificeerde boontjes, tomaten en ajuin die wij een dag eerder in een erkende winkel hadden gekocht.
Wou zij dat in ons eten smijten! Just imagine the horror.
Snel greep ik in, kieperde het geheel aan bosvruchten in de daartoe bestemde zak en wist zodoende nog een verstikkingsdood af te wenden.
Zonder dank, lieve gazelle!

The Lake


De derde, en alweer laatste volledige, dag in Spa was aan de koude kant maar heerlijk helder en regelmatig voorzien van a whole lot of sunshine.
De bedoeling was er een eerder korte wandeling van te maken - doorheen de bossen langs kleine weegjes - tot in Theux, een tiental kilometer verder gelegen. Hierna zouden we op tijd terug zijn om, na een kleine rustpauze, ook de thermen van Spa eens te bezoeken. In het licht van dit bezoek hadden we zelfs al een (Boratachtige) zwembroek geleend van de eigenares haar man.
'Nou, die past wel', zei ze in het sappige accent dat haar eigen is.
Maar laten we niet vooruit lopen op de 'fun'.
's Ochtends na het ontbijt vertrokken we dus, de heuvel op naar links, met een stafkaart in de hand. Aanvankelijk redelijk doelloos, gewoon rechtdoor, waarbij we de thermen zelfs passeerden. Wisten we die in een moeite ook liggen.
Meteen erna, aan een rond punt wist ik ons op de kaart in mijn hand te lokaliseren. We stapten verder, het bos in, waar we vele mensen tegenkwamen.
Enkele honderden meters verderop nam ik mijn kaart nog eens in ogenschouw en vond ik een stippellijntje! En stippellijntjes op stafkaarten - that is fun!
'Hier naar rechts', zo zei ik dus kloek, wat mij op een vreemde blik kwam te staan.
'Maar daar is toch geen weg?'.
'Jawel, jawel. Kijk maar hier op de kaart. We staan zus en zo en dus is er daar en hier een weg' en ik dook het bos in, over omgevallen bomen klauterend.
Als je dan een minuutje later 100 meter verder en 10 meter dieper staat zit er voor de ander, kaartenloos, natuurlijk niets anders op dan te volgen.
En zo deed mijn gazelle, die wel degelijk andere types landschap gewend is, gezwind. Waarop mijn fototoestel zijn werk deed.
Niet veel later werd mijn moed beloond met een mooi riviertje, waar een heel klein wegeltje langsliep, dat duidelijk niet toeristisch was : overal lagen bomen en boompjes die gekapt of geknapt waren en het uitzicht iets heel warrig gaven. Zoals dat spelletje met de stokjes die je niet mag bewegen.
Dit riviertje, alle mensen op de wereld waren nu wel degelijk elders, volgden we tot het uitmondde in een grote open plek. Hier was er een grotere weg die we volgden, tot aan een meertje dat overgestoken werd.

Monday, November 06, 2006

Uitkijktorens en diepe putten


Dag 2 in Spa was iets kouder en neveliger dan dag 1. Het bleef echter grotendeels droog, ondanks de voorspellingen van het KMI, traditioneel weer erg betrouwbaar.
De ambitie was van deze dag de langste wandeldag te maken, ongeveer 20 kilometer. Het parcours liep in het begin identiek aan de wandeling die ik er begin juni gemaakt heb. Het landschap was natuurlijk totààl anders. Weg was het stralende zonnetje, in de plaats dus het gure, maar ideale, herfstweer.
Echter, op het einde van 'route A' werd nu voor een andere optie gekozen. Via een klein binnenstukje langs een relatief grote asfaltweg draaiden we rechts de 'ancienne chaussée de Stavelot' op. En dat was zijn naam waardig, met name het 'ancienne'. De weg was modderig, ooit bekleed geweest met kasseien maar die hadden al lang hun oorspronkelijke inplanting verlaten. Het stappen was licht bergop, tussen bomenrijen door, met in de verte enkel nevel en mist. Een heerlijk stukje weg, dat uiteindelijk tot de Fagnes bleek te leiden.
En hier werd het waarlijk prachtig. Een zonde dat dit stukje in de zomer overgeslagen werd... We betraden dit gebied via een uitkijktoren. Met mijn legendarische hoogtevrees raakte ik niet hoger dan 2 verdiepjes, zijnde een twaalftal trappen. De gazelle deed er gezwind enkele bij maar halverwege keerde ook zij terug : de koude steeg en steeg met de hoogte.
Hierna was het kilometers lang wandelen via modderige paadjes of, meestal, houten latjes doorheen een schitterend desolaat landschap. Eerst met vlak achter ons een groep toeristen maar die wisten we snel te lossen.
Overal hingen papiertjes op met de aankondiging van de jacht, enkele dagen later. Dat moet wel een jacht op toeristen zijn, daar er voor de rest niets te doden leek.
'Paden niet verlaten', was dan de boodschap voor de ongelukkigen die op 4 november de idee kregen de Fagnes te bezoeken.
Eens we de Fagnes achter ons hadden gelaten pikten we weer in op de route van de afgelopen zomer (route E). Via bossen en afgeleefde bruinen varens waardoor we ons een weg dienden te banen bereikten we weer het vliegveld. De duisternis begon al enigszins te vallen dus nu helaas geen tijd voor koffie.
Doorheen het bos en langs de Source des jeunes vièrges bereikten we alweer de schitterende Promenade des Artistes : een enigszins uitgesleten riviertje dat zijn weg doorheen met een bruin bladerdek belegen heuvellandschap de weg naar Spa zocht. Na enkele kilometer zat ook dit stukje er alweer op, alas, en kwamen we nog net voor de duisternis in Spa aan.

Saturday, November 04, 2006

merde de vache


Zaterdagavond, 4 november.
Na enkele uren uitpakken en de draad des gewone levens weer opgenomen te hebben zit ik hier nu voor mijn pc.
Zonet een kan koffie gemaakt. Die is goed doorroosterd want de machine stond onafgebroken aan sinds de ochtend van 1 november.
Vergeten uit te zetten.
Oeps. Maar gelukkig geen brand...

De voorbije 3 dagen heb ik in Spa geleefd. Voor een tweede maal, enkele maanden na mijn eerste bezoek aan het dorpje in het hotelletje Chatoiment.
Deze keer trok ik erheen in het gezelschap van een iets te goed opgerold schaakbord, elegante houten schaakstukken, boeken met literatuur en schaakzetten, pen en papier, mijn muze en 3 onderbroeken.
Het hotel was nog altijd identiek, maar de verandering der seizoenen liet zich toch voelen. Toen, begin juli, kon je urenlang op het terras genieten van een prachtig uitzicht over Spa en was het een plezier onder de douche te kruipen. Nu was alles gelaagd met een deken van kilte en koude. Vooral douchen en langere tijd op de wc doorbrengen was minder aangenaam. Al is dit natuurlijk geen erg feit voor iemand die met plezier zijn wegbaant doorheen kale bomen en beijzelde velden met een rol wc-papier in de hand.
Voor de gelegenheid hadden wij de 'chambre d'amour' gereserveerd, waar wij overvallen werden door de rozigheid van haar interieur. Rozenblaadjes, lampenkapjes en snoephartjes. Je kon het zo gek niet bedenken... Er was ook een authentieke verwarming, een living en natuurlijk ruimte zat om je op de schaarse vrije momenten binnen te bewegen.
Na alles uitgepakt te hebben was het tijd voor een eerste wandeling. Deze was nagenoeg identiek dezelfde als mijn tweede wandeling in juli, die ik toen met stafkaart in de hand ter plekke uitvogelde.
Even ter herinnering samenvatten : de heuvel achter het hotel op en af, langs een meer, doorheen een gebied met veeteelt en akkers (dit keer was de weg gezegend met een grondige laag koeienstront) en zo de bossen in.
Gezien het pas ingegane winteruur was het hier de bedoeling zo snel mogelijk het vliegveld van Spa te bereiken om daar een koffietje te nuttigen. Hiervoor volgden we een degelijk uitziende weg (op de stafkaart). Deze liep, dat hadden we gezien, over het vliegveld zelf.
Mijn onuitgesproken bang voorgevoelen werd bevestigd eens we de luchthaven bereikt hadden : een hek verbood ons de toegang. Voor ons uit strekte 200 meter weide zich uit tot aan de andere kant van het hier wel heel erg smalle vliegveld. Rechts van ons de landingsbaan/opstijgingsbaan...
Voor ik goed en wel besefte wat er gaand was, het drong tot me door dat er ons een grote omweg te wachten stond, zat mijn muze al met haar poep op het hek voor mij.
'Ik ga hier niet rond. Forget it. Wie mij lief heeft volge mij'.
Waarop ze sprong en het op een spurt zette.
Ik bleef achter, met zware rugzak en zere benen, maar tja,... Ik moest volgen natuurlijk.
Dat deed ik dan ook. Niet veel later spurtte ik haar voorbij.
Ik kreeg rechts van ons de opstijgbaan in het oog en zag in de verte enkele vliegtuigjes zich klaarmaken het luchtruim op te zoeken.
Een lichte paniek overviel mij. Ik versnelde mijn pas met ietwat panisch gezicht waarop de voornoemde muze een aanval van slappe lach te verwerken kreeg.
Verscheurd werd ik, tussen haar een helpende hand aan te bieden of de veilige overkant te bereiken.
Vanzelfsprekend rende ik des te harder verder.

Om tegen een hek te botsen... Zo een met pinnetjes waar iemand met hoogtevrees nooit van zijn leven over durft te klauteren.
Enkele tellen later stond zij er ook.
'Wat doen we nu', luidde haar pertinente vraag.
Gelukkig... Er was de redding die zich in haar rugzak verborg!
Zij zwiepte deze van haar rug, ritste het geval open en haalde er, terwijl de vliegtuigen ondertussen de een na de ander opstegen, vanalles uit. Achtereenvolgens zwiepten er een nagelknipper, lippenstift, doekjes, een portemonnee, maaltijdcheques en tot slot een nijptang rond mijn oren.
Wat zij hiermee van plan was mocht deze onverwachte situatie zich niet hebben voorgedaan, dat zal ik wellicht nooit weten.
Nu vernielde zij de omheining waarna wij opgelucht het vliegveld wisten te verlaten.
Niet veel later zaten we in het café bij de luchthaven, en zagen in de verte het stuk gras waar wij de oversteek gewaagd hadden.
Als er 15 minuten eerder iemand met een verrekijker de vliegtuigen had geobserveerd in deze vrijwel verlaten caféruimte was hij getuige geweest van een leuk tafereel...