Hans en de wereld

Name:
Location: Leuven, Belgium

Thursday, January 18, 2007

Coming to America


Ergens in het begin van het schooljaar 1992-93 trok onze klas, of ons jaar, of onze graad richting cinema om een film te bekijken. ‘Coming to America’ was de naam en de hoofdrol werd vertolkt door Eddie Murphy. Toendertijd een absolute wereldster.
Het verhaal ging over een prins uit een Afrikaans koninkrijk, Zamunda, die naar de VS reisde om er een bruid te vinden. Humoristisch en romantisch dus.
Nu was het net in dat jaar dat ik in het 4e middelbaar verbleef, in een klas vol crapuleuze leeftijdsgenoten in een van de meer crapuleuze steden van het land. Die van ‘tettenjeff’. Hormonen en dies meer dreven een meerderheid van mijn klasgenoten ertoe één bepaalde jongen te viseren op een wijze die, bij minder karaktervolle gevallen, tot zelfmoord leidt. Veel ben ik gelukkig al vergeten maar met bananen ingesmeerde jas of een schoolagenda die 2 weken op het dak in de regen ligt (die jongen mocht de agenda van de leraars zelf overschrijven. Collaboratie heette dat in nog iets langer vervlogen tijden) zijn nog enkele herinneringen aan hun meer originele stunts.
Die jongen kreeg ook een bijnaam en hun inspiratie vonden mijn medetieners in deze film. ‘Zamunda’ werd het. En de reden? De jongen had, dixit hun, ‘dikke lippen’. Racisme zouden ze dat nu noemen. Indertijd nog niet en vandaar dan ook dat onder hun zich bijvoorbeeld Italianen bevonden, Afrikaanser als de jongen die van Poolse afkomst was.
Dat jaar werd die jongen gebuisd. Ik niet en zodoende scheidde een jaar ons. In dat jaar kwam hij in een fijne – dat woord kende ik niet – klas terecht. Ik bleef hem nog af en toe zien maar nog een jaar verder – schooljaar 1994-95 en 6e middelbaar voor mij – zag ik hem al veel minder.
‘Ons’ verhaal begon eigenlijk veel vroeger. Al in de lagere school belandde hij in mijn klas. Klasfoto’s zou ik hiervoor moeten opdiepen, om exact te weten hoe en wanneer. Maar we deelden dus een klas en konden wel met mekaar opschieten. Bram was nog zo’n jongen, net als Massimo.
En dan gingen we dus richting middelbaar. Weer dezelfde klas in jaar 1 en 2 maar onze binding werd vooral hechter doordat we dezelfde hobby begonnen te beoefenen – schaken. Mekaar motiverend, opjuttend en uitdagend. Samen met nog een derde jongen. Pascal heette hij. Dat duurde zo enkele jaren, tussen 1991 en 1993, tot voor hen beide de progressie er een beetje uitwas terwijl die van mij nog een beetje zou doorgaan.
1994 was dus het laatste jaar dat ik hem, Andy, regelmatig zag. Begin 1995 - ergens - voor de allerlaatste keer.
***
Afgelopen woensdag ging plots, het was 20u05, de bel. De gazelle kon het niet zijn want zij was slechts 5 minuutjes eerder aangekomen.
Ik schrok op van onze verwelkoming en nam de hoorn van de portafoon op.
'Hallo?'
'Hans?'
'eh... ja?', die kan niet lezen flitste er al door mijn hoofd want mijn naam stond naast de bel.
'met Andy L. Ken je mij nog?'
'Wacht, ik kom af.'.
Natuurlijk kende ik hem nog. En natuurlijk wou ik nooit veel mensen terugzien voor wie de naam 'zamunda' de bijklank heeft die het voor mij heeft. Maar hoe fantastisch is het niet als het toeval tussenkomt en ertoe bijdraagt dat je iemand van lang geleden, iemand leuk en fijn en goed, kan terugzien?
Twee verdiepen onder mij woont een meisje. Iets jonger en heel klein.
Sinds kort heeft ze een vriend. Iets jonger en heel groot. Twee meter denk ik.
En die vriend heeft een kameraad met dezelfde opleiding en job, die hij regelmatig ziet. En die kameraad had naar de namen op de bel gekeken. En mijn naam herkend...

Monday, January 01, 2007

Belgica

Splash

Bergjes

Off we go

Sevilla - Aéroport


Vrijdag 8 december stonden we vroeg op.
De vlieger zou om 12u30 vertrekken, ik had schrik een cruciale bus te missen en het hotel trok op geen fluit. Dus opstaan om 8 uur, alles inpakken en klaarmaken en om 9u15 de bus op. Amper een kwartiertje later waren we al ter plekken. We kochten croissants en wat drank. Beide lazen we ons boek en ik werkte mijn reisnota's bij.
Niet lang na onze aankomst bleek onze vlieger een uur vertraging te hebben.
We hebben veel gelezen.

Borat-time


Om 20 uur hadden we met Lien afgesproken.
Honger was er weer dus zochten we een tapasbar. Die zoektocht leidde allereerst naar 'Las Teresas'. De dames installeerden zich buiten op een terrasje terwijl ik richting toilet ging voor 'de grote boodschap'. Edoch : enkele problemen : bij de mannen was dit niet voorzien, bij de vrouwen was er geen begeleidend papier.
Terug naar buiten, vragen hoe dat papier hier heette (papier hygienicos ofzo) en terug naar binnen om dit aan de overvolle bar te vragen. Daar sukkelden ze wat, ik weer richting toilet, nu bekeken door de helft van het café, die mij vol overtuiging het vrouwenwc zagen binnengaan. Enfin, weer naar de bar toen ze mij daar iets in het Spaans stonden toe te roepen. Verstond ik geen jota van, boog me naar hen toe, tot een van hen het verstand had iets te zeggen als : 'it's for women'. Wist ik natuurlijk ook maar, door de opkomende schaamte, kreeg ik iets als 'So men can do no shit' helaas niet over de lippen.
Veranderen van bar was de enige oplossing en we belandden in 'Bar Ines', wat nogal toeristisch maar niet heel slecht was.
Na het eten wilde beide vrouwen, natuurlijk, nog ijs en chocola. Braaf en gewillig volgde ik.
Ergens in Santa Cruz botsten we op een bende/familie uit Catalonië die op zoek waren naar de weg. Wij loodsten ze wat dieper in de miserie, raakten hen toen kwijt, wensten hen in gedachten het beste en bereikten spoedig het ijssalon.
Rond 23u30 was het afscheidsmoment gekomen en begaven we ons alweer richting hotel. Dankzij de dunne muren en de lawaaierige buren was het pas 1 u 's nachts toen ons kaarsje zich doofde. De rest van de nacht verliep redelijk...

sing, sing, sing...


Donderdag 7 december 2006...
We hebben net onze tapas in Bodega Santa Cruz genuttigd waarna we, met een kleine wandeling, terugkeren naar 'hostel Bienvenido'. We worden er binnengelaten door dezelfde mevrouw die er enkele uren voordien te mottig was ons in de kamers te laten. Haar man, denk ik, leidt ons nu hierheen.
Dit hotel, zo blijkt al snel, is duidelijk geen onverdeeld succes. De kamer heeft duidelijk zijn beste tijd gehad, het bed (zo bleek later) maakte vreemde geluiden, de dekens waren erg mottig (zeker voor een allergiegevoelig persoontje als ondergetekende), er was een gat in de lavabo en het behang was roze. Verder hing er ook, dixit de gazelle die er specialiste in is, de geur van een mannelijk urinoir.
Dit belette ons niet er toch nog 45 minuutjes uit te rusten waarna we weer Sevilla-city introkken daar er nog plannen waren.
De eerste bestemming was natuurlijk de Plaza d'Espana. Ons fototoestel had het er de vorige keer begeven zodat we hier toch nog veel plaatjes wilden vereeuwigen.

Hierna weer tijd voor tapas, in een iets sjieke etablissement deze keer : Enrique Becerra was de naam van de zaak.
Ook hier was het eerder druk en pas na enkele minuten wachten konden we ons een stoeltje bemachtigen.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij al slinkse trucs probeerden toe te passen maar die hielpen niet tegen de duidelijk ervaren bevolking aldaar. Geen poep schoven ze op.

We bestelden er 3 tapas, waaronder 2 (zo bleek snel) gedenkwaardigen : Vieira gratinada (gegratineerde StJacobs-schelp) en gefritureerde mossel. Mmmmmm. Héérlijk gewoonweg...
Enfin, ook dit ging voorbij en we vervolgden onze tocht met een wandeling naar de Guadalqivir. In het toeristenbureau informeerden we naar de busuren (1 per uur want het was een feestdag). We staken de rivier iets verder over en bereikten zo de, zogenaamd, trendy wijk Triana. Hier dronken we nog een koffie of 2 om dan langzamerhand terug te keren naar het hotelletje, langs de zwoele, donkere, drukke Sevillaanse boulevards, liedjes uit de sixties zingend.

Uncertain times


Het is onvoorstelbaar dat we in 2007 beland zijn. Als het resultaat van een op hol geslagen teletijdmachine die zoveel jaren oversloeg om ons in het heden te katapulteren. Een heden dat nog maar net ontdaan is van vaste waarden als Robert Long (in volle puberperiode confronteerde ik mijn ouders met de idealen uit 'het leven was lijden') of Saddam Hoessein (wiens eerste golfoorlog mijn eerste bewustwording van wereldpolitiek was).
Het aftellen is nu begonnen. Niet de afgelopen nacht, toen ik diep in de hoek van een lederen zetel zat weggedoken, omgeven door vrienden die het jaarlijkse aftellen van 10 naar 1 pleegden, helaas meteen gevolgd door Milk Inc. op de televisiezender die stond te spelen.
Voor mij is het aftellen begonnen tot binnen een kleine 9 maand. Wanneer een decennium voorbij zal zijn. Twee decennia, eigenlijk...
Ik zal niet degene zijn die zal beweren mij nog veel te herinneren van 20 jaar geleden. Ik geloof ook niet dat ik toendertijd in staat was een besef van 9 maand te hebben. Maar wel leefde ik op in de alom gekoesterde verwachting de leeftijd van de volle 10 jaar te bereiken. Waarop je een grote jongen werd.
Tien jaar later begon ik aan mijn eerste licentie. Een overgang van 9 naar 0 zonder veel pijn werd dat, denk ik...
Maar nu zijn we beland, ergens wat ver, ver, ver van mij af lag.

Santa Cruz