Van Gordes naar Mérindol
Maandag 25 juni staan we, ietwat onnodig, vrij vroeg op. We maken de pakken en rijden met de auto tot Gordes, het vertrekpunt van de tweede lus. Hiermee snijden we een heel stuk af, tussen Carpentras en Gordes, met onder meer 2 héél stevige klims.
In Gordes nemen we allereerst de tijd wat rond te wandelen en te genieten van het uitzicht over de weidse vallei. Het is een héél erg bekend en toeristisch stadje maar dat valt nu nog mee.
Na een half uurtje maken we de fietsen los, rijden enkele honderden meters om nog een mooie foto van het stadje te maken, en dalen dan kilometerslang tot in Cabrières d'Avignon. Op het begin rijden er wel wat auto's langs ons (die ook Gordes verlaten) maar vrij snel zijn we nagenoeg alleen op de weg. Door een zachtgolvend landschap rijden we langzaam richting Lubéron-gebergte, waar we aankomen in het eerste dorpje van 'de lus', Robion. De weg is (zeker naar Franse normen) uitzonderlijk goed aangegeven en héél goed : rustig en in goede staat, en we passeren vlot Les Taillades. Hierna draaien we rond de Lubéron zodat we aan de zuidzijde arriveren. We stoppen even in een veld om te eten en te drinken. Op het dikke half uur dat we daar doorbrengen passeert er niemand. We rijden verder, vlak langs het schitterende gebergte. Hierna missen we eventjes de weg, rijden langs een drukke baan gedurende een kilometer of twee, om dan weer op de route te komen. Het volgende dorp, en meteen ook onze verblijfplaats, Mérindol ligt 10-15 kilometer verder. De weg is vlak, verlaten en gaat langs een spoorweg doorheen het groen. Al heel vroeg, rond 15 uur, komen we aan in het hoger gelegen Mérindol. De gastvrouw is er nog niet en we zetten ons dan maar voor de deur, ook al is het heel warm en ligt het zwembad er erg uitnodigend bij.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home