Vals alarm
Donderdag 28 juni. De dag van de meest gevreesde rit, die ons van Forcalquier tot Saignon, een dorpje vlak bij Apt, zou voeren. De rit was +- 60 km lang en telde meerdere klims, waaronder die naar het hoogste punt van de hele rondrit, op 800 meter.
Het weer was erg zonnig maar tegelijk was het zeer koud. Er was geen wolk aan de lucht (eat this, directeur) : onvermijdelijk de mistral die tot hier, +- 150 km van de Rhonevallei, voelbaar was. Pas tegen de middag zou het warmer worden. Verder zat de wind ook tegen, geen goed teken op deze zware dag.
Hoe begin je zo'n dag? Met een stevig ontbijt? Dat had je gedacht... Wat we kregen was weinig en onverzorgd/vuil. Er dreef een beest in de melk, de koffie was net ervoor (weer) opgewarmd in de microgolf, wanneer de thermoskan de laatste keer een wasbeurt had gekregen kon niet nauwkeurig worden vastgesteld. We aten dan ook een minimum, om de Casino-supermarkt (de gazelle dacht dat er een casino was. Tja...) 300 meter verder te bereiken. Hier kochten we dan brood, beleg, fruit en water. Na eventjes zoeken verlaten we dan Forcalquier.
De eerste 10 kilometer lopen makkelijk en lekker bergaf tot het dorpje Dauphin. Dan volgt een eerste klim van ongeveer 7 kilometer. Deze gaat niet erg steil omhoog, en is soms zelfs vlak of licht dalend, tot in Saint Michel l'Observatoire. Ergens op een iets klimmender stuk stonden we wel wat doodsangst uit met een bouvier die zonder ketting of kooi of watdanook voor het huis van zijn baas lag te liggen. Zonder op- of omzien reden we dit beest voorbij, gelukkig zonder een reactie van hem/haar.
Saint Michel ligt al vrij hoog, tussen de lavendelvelden, wat het natuurlijk zeer mooi maakt. Er zou ook een observatorium zijn maar dat lag niet op onze weg en hebben we verder dus genegeerd. We namen ook afscheid van de in de verte gelegen Alpen.
We vervolgen rustig, zacht klimmend, onze weg tot opeens, achter een doordeweekse bocht, zich een prachtig landschap ontvouwde. Aan onze voeten lag een uitgestrekte, weidse vallei. Volop in het groen met veel paarse lavendelvelden. Langs alle zijden was deze vallei omzoomd door bergen. Die aan de overzijde waren wat hoger met op de top een dorpje, wellicht Aubenas, waar wij heen moesten.
We rijden eerst even verder over de smalle weg, hoog op de heuvel, om dan een zéér klein weggetje in te slaan dat ons in een drietal kilometer tot op de bodem van de vallei brengt. Beneden stoppen we even om wat fruit en een croissant te eten om dan de klim naar de 800 meter aan te vatten. Deze klim klimt vrij geleidelijk, al is het redelijk zwaar. We passeren het ene na het andere lavendelveld, hoger en hoger. Na verloop van tijd verdwijnen deze wat en zitten we tussen het groen. Scherpe ravijnen ofzo zijn er gelukkig niet.
Iets voor de middag bereiken we een grotere weg, ongeveer een kilometer ten zuiden van Aubenas, dat rechts van ons ligt. De route voert echter naar links, en deze blijft klimmen. De weg is nu heel erg goed en breed, en we hebben alweer een fantastisch zicht over de net bedwongen vallei. De klim blijft nog even duren, en pas na 6 kilometer klimmen (in totaal) bereiken we de top. Hier worden we opgevangen door de mistral die maakt dat we zonder trappen noch remmen de komende 6 kilometer over een hemelse (rustig, breed, goed onderhouden) weg kunnen afdalen, temidden van de bomen, tot in Reillane.
In Reillane is het net 13 uur als wij er aankomen, wat samenvalt met het einde van de markt. We zoeken er een klein restaurantje op en krijgen er een goedkoop basisgerecht (friet-steak met voor- en nagerecht). Dit gaat op zijn Frans, zodat we pas rond 15 uur verder kunnen.
Deze dag was duidelijk en verreweg de mooiste qua fietstochten. En we waren nog maar halfweg...
Het weer was erg zonnig maar tegelijk was het zeer koud. Er was geen wolk aan de lucht (eat this, directeur) : onvermijdelijk de mistral die tot hier, +- 150 km van de Rhonevallei, voelbaar was. Pas tegen de middag zou het warmer worden. Verder zat de wind ook tegen, geen goed teken op deze zware dag.
Hoe begin je zo'n dag? Met een stevig ontbijt? Dat had je gedacht... Wat we kregen was weinig en onverzorgd/vuil. Er dreef een beest in de melk, de koffie was net ervoor (weer) opgewarmd in de microgolf, wanneer de thermoskan de laatste keer een wasbeurt had gekregen kon niet nauwkeurig worden vastgesteld. We aten dan ook een minimum, om de Casino-supermarkt (de gazelle dacht dat er een casino was. Tja...) 300 meter verder te bereiken. Hier kochten we dan brood, beleg, fruit en water. Na eventjes zoeken verlaten we dan Forcalquier.
De eerste 10 kilometer lopen makkelijk en lekker bergaf tot het dorpje Dauphin. Dan volgt een eerste klim van ongeveer 7 kilometer. Deze gaat niet erg steil omhoog, en is soms zelfs vlak of licht dalend, tot in Saint Michel l'Observatoire. Ergens op een iets klimmender stuk stonden we wel wat doodsangst uit met een bouvier die zonder ketting of kooi of watdanook voor het huis van zijn baas lag te liggen. Zonder op- of omzien reden we dit beest voorbij, gelukkig zonder een reactie van hem/haar.
Saint Michel ligt al vrij hoog, tussen de lavendelvelden, wat het natuurlijk zeer mooi maakt. Er zou ook een observatorium zijn maar dat lag niet op onze weg en hebben we verder dus genegeerd. We namen ook afscheid van de in de verte gelegen Alpen.
We vervolgen rustig, zacht klimmend, onze weg tot opeens, achter een doordeweekse bocht, zich een prachtig landschap ontvouwde. Aan onze voeten lag een uitgestrekte, weidse vallei. Volop in het groen met veel paarse lavendelvelden. Langs alle zijden was deze vallei omzoomd door bergen. Die aan de overzijde waren wat hoger met op de top een dorpje, wellicht Aubenas, waar wij heen moesten.
We rijden eerst even verder over de smalle weg, hoog op de heuvel, om dan een zéér klein weggetje in te slaan dat ons in een drietal kilometer tot op de bodem van de vallei brengt. Beneden stoppen we even om wat fruit en een croissant te eten om dan de klim naar de 800 meter aan te vatten. Deze klim klimt vrij geleidelijk, al is het redelijk zwaar. We passeren het ene na het andere lavendelveld, hoger en hoger. Na verloop van tijd verdwijnen deze wat en zitten we tussen het groen. Scherpe ravijnen ofzo zijn er gelukkig niet.
Iets voor de middag bereiken we een grotere weg, ongeveer een kilometer ten zuiden van Aubenas, dat rechts van ons ligt. De route voert echter naar links, en deze blijft klimmen. De weg is nu heel erg goed en breed, en we hebben alweer een fantastisch zicht over de net bedwongen vallei. De klim blijft nog even duren, en pas na 6 kilometer klimmen (in totaal) bereiken we de top. Hier worden we opgevangen door de mistral die maakt dat we zonder trappen noch remmen de komende 6 kilometer over een hemelse (rustig, breed, goed onderhouden) weg kunnen afdalen, temidden van de bomen, tot in Reillane.
In Reillane is het net 13 uur als wij er aankomen, wat samenvalt met het einde van de markt. We zoeken er een klein restaurantje op en krijgen er een goedkoop basisgerecht (friet-steak met voor- en nagerecht). Dit gaat op zijn Frans, zodat we pas rond 15 uur verder kunnen.
Deze dag was duidelijk en verreweg de mooiste qua fietstochten. En we waren nog maar halfweg...
0 Comments:
Post a Comment
<< Home