Hold me. Thrill me. Kiss me. Kill me.
Deze ochtend was het mijn laatste werkdag waarna ik zou kunnen genieten van een welverdiende vakantie van 2 weken. Ik bracht deze werkdag door, met gazet en reisgids, in een afgelegen onderdeel van de instelling waar ik werkzaam was, hierbij rustig gezeten en gevrijwaard van mensen.
Bij mijn terugkeer in het 'hoofdkantoor' stootte ik op 'den Rudy'. 'den Rudy' werd teruggeroepen uit de woestijn daar hij zoveel overuren en verlof op zijn conto had dat hij eigenlijk niet meer diende te komen werken dit jaar. Door personeelsproblemen allerhande echter werd 'den Rudy' nog eens van stal gehaald.
De vorige keer dat ik hem zag, na de befaamde en hier besproken Kinderhoogdag, verdwenen wij na onze dienst op café. Een collega die ons zag vertrekken riepen wij toe : 'Wij gaan Westvleteren drinken. Als ge geluk hebt komen we terug en zingen we een liedje'.
Helaas was er geen Westvleteren en diende ik mij te beperken tot het (vrouwenbier) Orval. Dat hield 'den Rudy' echter niet tegen en hij stond er op toch nog terug te keren en een liedje te zingen. Ik weigerde als vanzelfsprekend mee te doen en heb dus maar wat gekeken.
In ieder geval, deze kleine anekdote om de verhouding tussen mij en 'den Rudy' te kenschetsen.
Vandaag kreeg hij mij dus in het vizier en, om een lang verhaal kort te maken, het kwam er op neer dat ik om 12u32, 2 minuten na onze diensttijd, met 'den Rudy' op café zat.
Nu wil de gewoonte natuurlijk dat wij 'trakteren', 'terug trakteren', 'weer terug trakteren' en 'nog eens terug trakteren'. Wat maakt dat ik tegen 13u00 de klokken hoorde luiden, besefte dat ik nog een dringende afspraak had bij coiffeur Johan, en in 10 minuten het station diende te bereiken. Geen sinecure met 3 Leffes en 1 cola achter de kiezen.
Ik richtte mij op de deur, wierp mij er met mijn vol gewicht op en ademde zo weer frisse buitenlucht in. 'den Rudy' bleef nog wat achter, hij stond eigenlijk nog op tafel een liedje te zingen, en ik waggelde genoegzaam verder richting trein.
Deze wist ik nog nipt te halen, mits een eindspurtje, en niet zonder enige moeite beklom ik de 3 treden, worstelde met de elektronisch schuivende treindeur, babbelde met een wildvreemde ziel wiens gezicht ik mij absoluut niet meer kan herinneren, om ten slotte languit in slaap te vallen.
***
Als door een goddelijke interventie werd ik wakker, nuchter zelfs, bij het binnenrijden van het station van Genk. Zoals steeds wemelt het daar van de ongure pubers die je aankijken met hun uitpuilende ogen. 'Hebben jullie niets beters te doen', zo dacht ik bij mezelf.
Iets verder werd ik opgewacht door mijn moeder. Zij begaf zich doorheen de vréselijke wegenstructuur van Genk, met de dodelijk gevaarlijke tweebaansrondepunten. Dit ononderbroken tetterend maar door mijn recent verlossing uit de gezegende toestand hoorde ik eigenlijk niets hiervan.
Vijf minuten later remde ze bruusk voor de vitrine van coiffeur Johan, wiens succesvolle kapperszaak gelegen is langs een vrij grote invalsweg. Samen keken we naar binnen en zagen volk op de kappersstoel van coiffeur Johan alsook volk op de bank, wachtend op een knipbeurt. Precies een succesvolle dag voor coiffeur Johan, zo leek mij!
Ik werd gelost en duwde de deur naar binnen open. Blijkbaar hadden mijn ogen mij een weinig bedrogen want niet alleen was 1 van de 2 kappersstoelen leeg, het was coiffeur Johan himself die op de bank zijn gazet aan het lezen was. Ik werd een beetje triest van het feit dat coiffeur Johan toch niet zoveel succes had als ik hem toewenste maar anderzijds verheugde het mij dat de sessie toch niet zeer lang zou duren, en aangezien ik zoveel betere dingen te doen heb...
***
Het mij neervlijen in de kappersstoel was een wat dubbelzinnige ervaring. Niet alleen was er de klant naast mij, die zich vlijtig en dubbelzinnig liet bedienen door een knappe stoot (Sara, zo zou ik later leren). Ik hoorde Sara nog net zeggen : 'mijne jong is van Maasmechelen'.
Nu weet ik niet, beste lezer, of u Maasmechelen kent maar dat is hoedanook een verhaal apart - mensen van Maasmechelen. Maasmechelen kent trouwens een boom dankzij het megalomane (uit verhalen lijk ik dit te kunnen opmaken) 'Maasmechelen village' waar u nu voordelig kan kerstshoppen. Maar dus, los daarvan, is volk van Maasmechelen héél speciaal. Zelfs de pukkelige pubertjes die rondwaren bij het toch wel redelijk beruchte Genk-station verbleken en moeten dringend naar de wc bij het horen van 'Maasmechelen'. Ja, best ruig volk is dat daar.
Maar dus, nu komt de dubbelzinnigheid mijner gevoelens vollédig aan de oppervlakte : ik zette mij achteloos maar een beetje verward in de stoel van coiffeur Johan toen ik ... terugveerde!
Ik keerde mij om, keek coiffeur Johan recht in het gezicht en zei : 'Ge hebt nieuwe stoelen!'.
Waarop een trotse coiffeur mij toestraalde en inderdaad bevestigde dat de stoelen nog maar zeer erg recent waren.
Eens deze opwinding gepasseerd was kreeg ik van Sara, haar vleierijen met de klant naast mij werden nogal ruwweg onderbroken, een wit kraagje en een lange deken rond en over mij. Ze spoot mij vol met water en begon sporadisch al wat te knippen. Even later nam coiffeur Johan het over ('kort graag, coiffeur Johan', zei ik) en dit was precies op tijd! Want nauwelijks had hij mijn eerste lok ter ziele doen gaan of een nieuwe gast arriveerde.
'Ah dat is den Willy. Die is ook van Maasmechelen', zei coiffeur Johan tegen Sara toen den Willy nog maar kwam aanwandelen.
En inderdaad : even later rinkelde de bel van coiffeur Johan, kwam den Willy binnen en zei coiffeur Johan tegen den Willy : 'ah, den Willy'.
Den Willy was zichtbaar vol genoegen want hij vroeg, grappend en grollend : 'ben ik hier bij een coiffeur?'. Hierop boog coiffeur Johan zich over mij heen, naar zijn vitrine kijkend in een poging het opschrift, in spiegelschrift!, te ontwarren.
'C.. O.. I.. F.. F.. E.. U.. R.. Johan', zei ie tenslotte. 'Ge zit just'.
Waarna den Willy plaatsnam op de bank, Sara naar de keuken werd gestuurd en den Willy 5 minuten lang genegeerd werd.
Sara kwam 5 minuten later terug, zette haar niet onvlezige poep (met al die spiegels kan je dat zien) ergens op neer, bleef zitten, en ging terug naar de keuken, den Willy verder aan zijn lot overlatend.
Weer 2 minuten verder kwam Sara terug en toen, alsof hij plotsklaps den Willy weer opmerkte, zei coiffeur Johan : 'ah, den Willy. Moeten uw haren gewassen worden?'.
'Neen', zei den Willy, 'ik heb ze zonet gewassen'.
Waarop de buikige Willy met boxershort en rond-zijn-buik-zwemmend onderlijfje mij als een visioen voor het netvlies opdook. Gelukkig verdreef ik dit beeld met dat van mij gazelle in haar satijnen, wulps en minimalistisch ontworpen nachtkleedje, iets wat mij beter beviel en daardoor gedurende langere tijd mijn netvlies teisterde.
Uiteindelijk bekommerde Sara zich over den Willy. Waarbij coiffeur Johan de rol van moderator op zich nam want via de Brico kwam het onderwerp al snel op coiffeurs in Maasmechelen. Waarna het gesprek ietwat doodbloedde, ik mij van mijn afgeknipte lokken scheidde, twaalf euro betaalde maar een snoepje kreeg, mijn jas aandeed en naar huis wandelen.
Ja, die band met Genk... Je raakt er niet zo snel van af.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home