Dikke Russen en keeskoppen
“ Hanske, ik heb goesting om af te zien”.
Geef toe, het is niet alledaags dat een vrouw je dit toevertrouwt, maar als wakkerwordertje kan het tellen. Tijd voor een nieuwe fietstocht, rinkelde het belletje in mijn hoofd. En nu een stevige. Het zit namelijk zo dat de twee weken Provence (later veel meer, i do promise) met erg rassé schreden naderen. Om het babyvet dat ontstaat door te lang te slapen en teveel te eten te verjagen is er niets beter dan een pittig ritje.
Dus plande ik een tour, niet al te lang – 40 km amper, langs Leuven, St Joris Weert, Pécrot, Neerijse en zo weer naar Leuven. Maar het parcours is toch wel heuvelend van aard, en vooral op weg naar Pécrot zit er een heel pittige helling. Die begint rustig en golvend, waarbij je na de steile stukjes de benen kan doen rusten in een korte afdaling. Na een kilometer of wat volgt er echter een haakse bocht, het wegdek verslechtert zienderogen en daar begint het echte werk. Een 400-tal meter stijl omhoog, met vooral in het tweede deel een hellingspercentage dat misschien wel rond de 15 hangt. “Spurtje?”, zo vroeg de gazelle mij wat overmoedig bij aanvang van deze 400 zware meters. “Niet overmoedig worden hé gazelleke”, zo pufte ik haar toe. Dat is trouwens iets om mee op te letten in de toekomst. Indertijd, pak rond 1993, had ik namelijk een hond, Tessa genaamd, van een opmerkelijk ras : de blauwe keeshond. Zàlig lief en harig beest, dat spreekt, en verder had ik de gewoonte het diertje ‘keeskop’ te noemen. Toen ik dan per vergissing ergens op reis toch eens ‘Tessa’ zei keken de anderen nogal raar. ‘Hoe? Die heet niet Keeskop?’.
Om maar te zeggen dat het niet echt gazelle of gazelleke ofzoiets is.
In ieder geval, het begon goed te stijgen, en ik dacht eens een andere strategie toe te passen. Normaal kruip ik in haar wiel, lekker op het gemakje mee naar boven schuivend. Honderd meter voor de streep kom ik dan langszij, doe alsof ik terugval en het toch net niet ga halen om dan 5 meter voor de finish een lichte, doch duidelijke, voorsprong te hebben op haar voorste wiel.
Nu vond ik haar overmoedigheid toch wel stuitend en dus schakelde ik lekker zwaar om meteen te demarreren. Ik sloeg een kloof van enkele meters en reed gezwind naar boven tot halverwege de helling. En toen begon het nóg stijlere deel. Dat wist ik niet meer, dat het nog erger werd, en dat deed pijn pijn pijn. Mijn trapomwenteling verstilde zienderogen, ik kreeg de trappers zelfs bijna niet meer rond. De paniek kwam in mij op, ik keek om, maar zag dat mijn mannelijk ego nog een veilige voorsprong had op een gazelle die ook afzag. Terug naar voren kijken en met de grootste moeite kwam ik nog boven, om mij daar bij een roze kapelletje op een bank te smijten, uithijgend.
De voorbereidingen voor de Provence-trip zijn dicht bij hun afronding. De route ligt vast (later meer), boeken zijn ingekocht (dikke en oude Russen!) een foto’s ingescand.
A bientôt
0 Comments:
Post a Comment
<< Home