Name:
Location: Leuven, Belgium

Tuesday, April 17, 2007

Ik wil naar Villers-la-Ville


Ongeveer een tweetal weken na de tweedaagse fietstocht naar Sint-Truiden en Genk (hier niet beschreven) merkte ik een trieste, geslagen-puppy-achtig blik, in de oogjes van hare gazelle. De reden hiervan was niet ver te zoeken : de herinnering aan de fietstocht begon te vervagen, de gazelle werd omringd door werk en allerlei andere onleuke klusjes en taken.

Dit inspireerde mij tot het voorstellen van een nieuw project, weer een fietstocht natuurlijk, nu richting Waals-Brabant. In mijn gedachten begon zich al een heel parcours af te tekenen : gemeentes die wij zouden kunnen aandoen, hellingen die te overwinnen waren, mooie steensoorten, etc...

Ik vertelde haar in geuren en kleuren over mijn plannen - hoe wij de taalgrens zouden oversteken, via allerlei dorpen (Grez-Doiceau, LLN, Villers-la-Ville) tot Gembloux zouden raken, zo verder richting Eghezée, Jodoigne en weer terug.

Deze volledig uitgewerkte uitleg ging verloren in de eindeloze dieptes van haar azuurblauwe oogjes en paardebloemblonde haar en slechts één woord bleef hangen : 'Villers-la-Ville'.

De volgende dagen kwam er desgevallend niet veel meer uit dan : 'Ik wil naar Villers-la-Ville', 'Ik wil naar Villers-la-Ville'.

Opeens werd een onnozel uitspattinkje van mij gepromoveerd tot absolute vakantiebestemming. Ik gooide dus al mijn voorbereiding, ondertussen toch al een dertigtal dichtbeschreven bladzijden, in de vuilnisbak en begon een rit naar Villers-la-Ville te ontwerpen.

Dat was niet simpel. Een zoektocht op internet leerde mij dat de beste manier (en de enige zo leek) de autoweg van Brussel naar Nijvel was, om dan afrit Villers-la-Ville te nemen. Aantrekkelijk maar toch niet wat we wilden met de fiets.

Boeken en kaarten maakten mij niet wijzer : Waals-Brabant was onontgonnen gebied voor fietsers. Ook het vinden van logies verliep eerder moeilijk.

Nuja, om een lang verhaal kort te maken : ik stootte per toeval op de fantastische site van Bikely. Dat laat je toe zelf door simpelweg te klikken een fietsparcours uit te stippelen. Zaak is het dan om rustige wegen te kiezen en te hopen dat die doorheen mooie gebieden slingeren, en je niet per ongeluk in een industrieterrein belandt.

Zo vertrokken wij dus zaterdag 14 april, des ochtends om 10 uur 00 via de Parkabdij naar Meerdaalwoud. Ik had een vrij vage algemene kaart van Brabant bij en 4 bladzijden vol straatnamen, tot in Villers-la-Ville. Wat ik niet bijhad, en dat zou ons nog wel redelijk duur te staan komen, waren print-screens met overzichtskaartjes waar we zouden passeren.

Doorheen Meerdaalwoud, via allerlei dreven, liep het vlotjes. De meeste namen stonden mooi aangegeven en de rest wees zich zelf uit. Eenmaal voorbij het Zoet water misten wij echter de Weertse Dreef, vervolgden de weg rechtdoor via een énorm stijle heuvel vol grote keien. Hier geraakte ik ternauwernood boven - fameus gehinderd door de zakken vol bagage.

Misschien is dit de moment om te vermelden dat ondergetekende alle bagage op zich nam, terwijl de gazelle vrank en vrij kon fietsen. Onnodig verder op te tekenen dat de gazelle hierbij 3 paar schoenen, 4 bloesjes, 2 jurken, 5 onderbroeken en een paar botten dacht nodig te hebben gedurende de fietstocht van 2 dagen.

Ik zwalpte mij dus naar boven. Daar werd het duidelijk dat we god weet waar beland waren. Een mountainbikeparcours zo leek het nog wel.

Wij van de fiets af, uiteindelijk langs vervaarlijk blaffende honden het bos verlatend, en bleek dat wij reeds perfect op de goede weg zaten, zoals uitgekiend in mijn notities.
Via een heerlijke lus, de Rue de Beaumont, op de grens tussen Wallonie en Vlaanderen, kwamen we op de Rue de Pécrot. Ik wist niet of het daar links of rechts was, koos maar voor rechts, wat na een lange afdaling ons in Néthen deed uitkomen. Pécrot was de bedoeling echter, dus terug de fiets op, de lange klim naar boven, en via een steile afdaling kwamen we dan in het dorpje Pécrot.

De route verliep verder langs een rustige weg tot Archennes, tot in de buitenwijken van Grez-Doiceau waar wij heuvelop in een bos reden - het 'domaine du Bercuit'. Een poepsjieke wijk was dat - kasten van huizen met elk een eigen zwembad en/of tennisbaan en hier en daar opgefleurd met golfbanen. Caddies reden op en aan, wij - fietselingen - werden meewarig bekeken door deftig opgetutte débardeurkes.

Na enkele kilometers verlieten we de schaduwrijke omgeving om weer in volle hitte af te dalen, tot in Dion-Valmont. Ook meteen na dit dorp weer een stevig helling, waar we ons, eens boven, uitstalden om te middageten. Midden tussen de weilanden, in alle rust.

Ons geluk werd vervolledigd door een haas die door het veld huppelde.


0 Comments:

Post a Comment

<< Home