Parkjes
Als ik met Inge 's middags een hapje ga eten passeer ik altijd het Leuvense stadspark. Dit kleine park is natuurlijk niet uniek in zijn soort. Het is er vrij groen, er is wat water en het is vrij heuvelachtig aangelegd. De sfeer komt er vooral van de talrijke studenten die er gedurende de hele dag wel aanwezig zijn. Om wat te praten, tegen een bal te trappen of hun broodje op te eten. Een speciaal accent wordt hier door de middelbare schoolleerlingen toegevoegd, die hier hun les LO soms doorbrengen. Puffend en kreunend, met steeds roder wordende gezichtjes, volgen zij dan de grindpaden die doorheen het groen, in de vorm van een cirkel, laveren. De hele wereld van het middelbaar meandert zich dan tussen die van hun iets ouder zijnde leeftijdsgenoten. Er vindt weinig interactie plaats, niemand lijkt zich erg om de andere bewoners van het park te bekommeren of er zelfs maar aandacht voor te hebben.
In Genk, weleer, trokken we ook soms de wijde wereld in om te lopen. Een van de vaste trajecten was dan het Heempark, naast het stadspark (de Molenvijvers) gelegen. Dat was een heel erg groene bedoening waar slechts zelden wandelaars zich in waagden. Ik was toen niet meteen bij de snelsten van mijn klas wat maakte dat ik daar al wat wankelend aan kwam gelopen, met moeite de rest van de meute volgend. De paadjes waren vrij smal en ik had al mijn aandacht nodig om te vermijden dat ik in een poel vol kikkerdril zou belanden. Mestvaalten waren er ook in overvloed (composteren was hip) maar die wist ik makkelijker te omzeilen. Niet dat ik ooit in een al dan niet diep gat vol water ben verdwenen, maar toch...
Vandaag lag het Leuvens stadspark er vrij verlaten bij. Het weer was op dat moment van de dag nog wat grijs en mistig. De scholen zullen hun loopactiviteiten ook al wel vervangen hebben door gymnastiek of typische eindejaarssporten als voet- of basket- of volleybal. Een eenling zat er te lezen, bijna had ik hem gemist, zo erg zat ie verscholen op een bankje achter wat struiken. Er liepen wat klassen rond, her en der verspreid. Een ervan, uit het middelbaar, bestond uit tal van hyperactieve jongens die, in een poging hun mannelijkheid te bewijzen, hun jongens-zijn bevestigde.
Bij het verlaten, aan de kant van de De Beriotstraat rook ik een bloem. Zulk een directe confrontatie met de natuur, die mij als gejaagde stadsmens zelden overvalt, brengt een golfje vol heimwee teweeg. Een golfje met flarden herinneringen aan het lager onderwijs waar we met verschillende klassen de natuur ingingen, kwajongensstreken uithaalden en toch ook iets opstaken over paddestoelen, mossen en bladeren allerhande.
In de boekhandel moest ik nog eventjes wachten. Ik doorbladerde wat boeken en trof in een ervan ('Zout op mijn huid') een prachtig citaat aan, aan de achterkant van het titelblad. Het is van een zekere juffrouw Hélène Deutsch - mij voorlopig nog onbekend en het luidt : 'Eenzaam is degene die voor niemand nummer één is'.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home